Allerheiligen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord Allerheiligen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord Allerheiligen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je Allerheiligen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord Allerheiligen is hier. De definitie van het woord Allerheiligen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanAllerheiligen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • Al·ler·hei·li·gen
enkelvoud bezitsvorm meervoud
naamwoord Allerheiligen Allerheiligens -
verkleinwoord - - -

Allerheiligen o

  1. een rooms-katholieke feestdag op 1 november ter gezamenlijke verering van alle heiligen van de Kerk
    • Veel mensen vieren Allerheiligen. 
     Misschien dat we begin november rond Allerheiligen even langskomen, maar dat is nog niet zeker.[2]
     Hij zong met het gerenommeerde Sint-Romboutskoor op Pasen, Pinksteren, Allerheiligen en Kerstmis de mis in de Sint-Romboutskathedraal.[3]
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]
  1. Allerheiligen op website: Etymologiebank.nl
  2. Håkan Nesser
    “Herfst op Gotland” (2021), De Geus (uitgeverij), ISBN 9789044535624
  3. Thomas Eyskens
    “Er is niets te zien en dat moet je zien” (2014), De Arbeiderspers op Wikipedia, ISBN 9789029593380
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be