-ax vormt bijvoeglijke naamwoorden van werkwoorden, hevig, kwalijk. «audēre → audax» durven → stoutmoedig -ox...
Afgeleid van audēre met het achtervoegsel -ax. audāx moedig...
Afgeleid van bellum of bellare met het achtervoegsel -ax. bellāx (poëtisch) strijdlustig...
Afgeleid van het Proto-Germaanse *akwisī akus v bijl Middelnederduits: akes, axe, ēxe Nedersaksisch: Akes, Ax, Äx, Ex Plautdietsch: Akjs...
x-ax·is x-axis (wiskunde) x-as...
Afgeleid van bibere met het achtervoegsel -ax. bibāx verslingerd of verslaafd aan drinken...
Afgeleid van abstinēre met het achtervoegsel -ax. abstināx (zeer) abstinent, matig, sober...
IPA: /ˈɛkstə/ Äx·te Äxte mv nominatief, genitief en accusatief meervoud van Axt...
IPA: /o̞pːi.ɑˣ/ op·pi·a oppia leren...