Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
da. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
da, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
da in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
da is hier. De definitie van het woord
da zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
da, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
da
- (natuurkunde) voorvoegsel voor deca-, 101
- dam, dam², dam³, dal, daL, daℓ, dag, daa, das, daA, daV, daW, daΩ, daS, daF, daH, daBq, daC, daGy, daHz, daJ, dakat, dalm, dalx, daN, daPa, daSv, daT, daWb, dacd, daK, damol
- Afgeleid van het Proto-Germaanse *dajjǭ
da v
- (dierkunde) hinde; een vrouwelijk damhert
da
- de; mannelijk bepaald lidwoord enkelvoud nominatief
- de; vrouwelijk bepaald lidwoord enkelvoud datief
da
- je, jou; 2e persoon enkelvoud datief
da
- te, in, naar
da
- ja
da
- daar
da
- omdat, vermits
- «Han er ikke god til disse ting, da han gør sit bedste.»
- Hij is niet goed in dit zaken, omdat hij zijn best niet doet.
da
- daar, omdat, aangezien
- «Ich will es dir sagen, da ich dich liebe.»
- Ik wil het jou vertellen, omdat ik van je houdt.
da
- daar, op die plaats
- «Da ist der Drecksack!»
- Daar is die vuile schoft!
- toen, op dat tijdstip
- «Sie sah ihn böse an, da fing er an zu weinen.»
- Ze keek hem boos aan, toen begon hij te huilen.
da
- Noord-Engeland, Schotland, Ierland vader, pappa
- een Russisch jawoord
In de Verenigde Naties weerklonk zelfs een Russisch 'da'.#:*In the United Nations there was even a da to be heard.
da
- ja, gezegd door Russen
da
- van
da
- tweede persoon enkelvoud verleden tijd van daś
- derde persoon enkelvoud verleden tijd van daś
da
- de; bepaald lidwoord meervoud
da
- toen
da
- toen
- «Da morgenen kom, regnet det.»
- Toen 's morgens kwam, regende het.
da
- toen
da
- toen
- «Da morgonen kom, regna det.»
- Toen 's morgens kwam, regende het.
da
- derde persoon enkelvoud voltooid aspect van dać
da
- ja
da
- geven
da
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van dar
- gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van dar
da
- huid, vel
da
- goed