Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
dit. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
dit, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
dit in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
dit is hier. De definitie van het woord
dit zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
dit, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- In de betekenis van ‘aanwijzend voornaamwoord’ voor het eerst aangetroffen in 1201 [1]
dit ; enkelvoud o nabij
- zelfstandig gebruikt
- ▸ `Ik weet het; zei de majordomus. 'Het was ijdele hoop dat dit u zou ontgaan. Ik vraag u met klem de grootmoedigheid op te brengen om mijn nederige excuses te aanvaarden. Deze uit de toon vallende decoratie is het jammerlijke gevolg van het enthousiasme van de nieuwe eigenaar.'[2]
- met een onzijdig woord in het enkelvoud
- als je iets met nadruk wilt aanwijzen
1.
- !Xóõ: ʻVV (nmn)
- Afrikaans: hierdie (af)
- Albanees: ky (sq), kjo (sq)
- Arabisch: هذا (ar), هذه (ar), هذان (ar), هتان (ar), هأولاء (ar)
- Armeens: այս (hy)
- Bosnisch: taj (bs)
- Chinees:
- Catalaans: això (ca)
- Chinees: 這 (zh), 此 (zh)
- Kantonees: 呢 (yue), 此 (yue)
- Duits: dieses (de), dieser (de), diese (de)
- Engels: this (en)
- Faeröers: hesin (fo), henda (fo), hetta (fo)
- Fins: tämä (fi)
- Frans: ce (fr) (-ci), cette (fr)
- Oudfrans: cist (fro), cest (fro), cestui (fro)
- Fries: dit (fy), dizze (fy)
- Groenlands: manna (kl), matuma (kl)
- Hindi: यह (hi), इस (hi)
- Hongaars: ez a (hu), ezek a (hu)
- Hopi: iˈ
- IJslands: þessi (is), þetta (is)
- Ido: ca (io)
- Iers: seo (ga)
- Oudiers: so
- Indonesisch: ini (id)
- Interlingua: iste (ia)
- Italiaans: questo (it), questa (it)
- Japans: この (ja)
- Javaans: iki (jv)
|
|
- Koerdisch: ئهم (ku), ئهمه (ku)
- Koreaans: 이 (ko), 이것 (ko)
- Lakota: le (lkt), lena (lkt)
- Laotiaans: ນີ້ (lo)
- Latijn: hic (la), haec (la), hoc (la)
- Lets: tas (lv), tā (lv)
- Macedonisch: овој (mk), оваа (mk), ова (mk)
- Nahuatl: ye (nah)
- Noors: denne (no), dette (no), disse (no)
- Papiaments: aki
- Pools: ten (pl), ta (pl), to (pl)
- Portugees: este (pt), esta (pt), isto (pt), estes (pt), estas (pt)
- Punjabi: ਏਸ (pa)
- Reto-Romaans: quest (rm), questa (rm)
- Roemeens: acest (ro), această (ro), ăsta (ro), asta (ro)
- Russisch: этот (ru), эта (ru), это (ru), эти (ru)
- Schots-Gaelisch: seo (gd)
- Siciliaans: chistu (scn), stu (scn)
- Slowaaks: tento (sk), táto (sk), toto (sk)
- Spaans: este (es), esta (es)
- Swahili: hii (sw), hiki (sw), hili (sw), huu (sw)
- Tagalog: ito (tl)
- Telugu: ఈ (te)
- Tsjechisch: tento (cs), tato (cs), toto (cs)
- Tsjetsjeens: xIара
- Turks: bu (tr)
- Vietnamees: này (vi)
- Volapük: at (vo)
- Welsh: hwn (cy), yma (cy)
- Zweeds: den här (sv), denna (sv)
|
99 % |
van de Nederlanders;
|
99 % |
van de Vlamingen.[3]
|
dit
- het (persoonlijk voornaamwoord van de derde persoon enkelvoud onzijdig.).
dit
- vorm van da voor de tweede persoon enkelvoud
- «Dit.»
- Naar jou.
dit m
- (anatomie) vinger.
- Afkomstig van het Oudnoordse voornaamwoord þinn vn
dit, o (tweede persoon, onzijdige vorm, enkelvoud)
- jouw, je, uw (formeel)
- «Hvorfor forlader du dit job som landstræner?»
- Waarom zeg je je baan als bondscoach op?
dit
- voltooid deelwoord (participe passé) van dire
- derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van dire
- derde persoon enkelvoud verleden tijd (passé simple) van dire
dit
- dit; zelfstandig gebruikt
dit
- o nominatief dit.
- o accusatief dit.
dit
- dit
dit
- dit
dit
- daarheen