tas

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord tas. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord tas, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je tas in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord tas is hier. De definitie van het woord tas zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vantas, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tas tassen
verkleinwoord tasje tasjes

Zelfstandig naamwoord

 de tasv / m

  1. (mode) zak die men meeneemt om er zaken in te bergen die men bij zich wil hebben
    • Hij heeft een tas bij zich. 
  2. (persoon) jonge vrouw
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord tas tassen
verkleinwoord tasje tasjes

Zelfstandig naamwoord

 de tasv / m

  1. (België) kopje waaruit men warme drank kan drinken
    • Een tas thee. 
enkelvoud meervoud
naamwoord tas tassen
verkleinwoord tasje tasjes

Zelfstandig naamwoord

 de tasm

  1. resultaat van het op elkaar stapelen of gooien van gelijksoortige zaken
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Werkwoord

vervoeging van
tassen

tas

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tassen
    • Ik tas. 
  2. gebiedende wijs van tassen
    • Tas! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tassen
    • Tas je? 
enkelvoud meervoud
naamwoord tas tassen
verkleinwoord tasje tasjes

Zelfstandig naamwoord

 de tasm

  1. (techniek) (gereedschap) stalen blok dat op een aambeeld wordt geplaatst, of in een bankschroef wordt geklemd, om als een klein aambeeld te dienen
    • De tas heeft een tap (dikke stift) die in het schroodgat van een aambeeld past, zodat hij niet kan verschuiven. 
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Frans

Uitspraak
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  tas     le tas     tas     les tas  

Zelfstandig naamwoord

tas m

  1. een opeenstapeling of opeenhoping van materiaal, voorwerpen, rommel etc.
  2. (gereedschap) tas, een klein aambeeldje
  3. (spreektaal) dik en lelijk meisje
Verwante begrippen

Verwijzingen


Friulisch

Zelfstandig naamwoord

tas

  1. (roofdieren) das


Lets

  enkelvoud meervoud
naamval m v m v
nominatief tas tie tās
genitief tās to to
datief tam tai tiem tām
accusatief to to tos tās
instrumentalis ar to ar to ar tiem ar tām
locatief tajā; tai; tanī tajā; tai; tanī tajos; tais; tanīs tajās; tais; tanīs

Aanwijzend voornaamwoord

tas

  1. die (dat), nominatief enk die verwijst naar een mannelijk woord


Koerdisch

Uitspraak

Zelfstandig naamwoord

tas

  1. bord

Meer informatie