to

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord to. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord to, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je to in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord to is hier. De definitie van het woord to zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanto, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • to
  • Afgeleid van het Proto-Germaanse *tō / *ta

to

  1. naar

to

  1. ook


to

  1. water


Telwoord (dan)
0
1 11 10 100 103
2 12 20 106
3 13 30 109
4 14 40 1012
5 15 50 1015
6 16 60 1018
7 17 70 1021
8 18 80 1024
9 19 90 1027

to

  1. twee


Naar frequentie 7 (infinitive-marker)
Naar frequentie 10 (voorzetsel)

to

  1. naar


to

  1. (evenhoevigen) antilope


to (alleen gevolgd door o, u of w)

  1. de, het, een


  enkelvoud meervoud
naamval m v m v
nominatief tas tie tās
genitief tās to to
datief tam tai tiem tām
accusatief to to tos tās
instrumentalis ar to ar to ar tiem ar tām
locatief tajā; tai; tanī tajā; tai; tanī tajos; tais; tanīs tajās; tais; tanīs

to

  1. die (dat) accusatief enk van tas/
  2. met die (dat) instrumentalis enk van tas/
  3. van die, genitief mv van tas/


to

  1. (anatomie) teen

to

  1. naar

to

  1. ook


  • Afgeleid van het Middelnederduitse to

to

  1. naar (in de richting van)


  • to
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *to

to

  1. dat; nominatief onzijdig enkelvoud van ten
  2. dat; accusatief onzijdig enkelvoud van ten


To.
Twee.
  • to
  • (zelfstandig naamwoord) afkomstig van het Oudnoorse woord .
Naar frequentie 96
Telwoord (nor)
0
1
1
11 10 100 103
2 12 20
20
200 106
3 13 30
30
300 109
4 14 40
40
400 1012
5 15 50 500 1015
6 16 60 600 1018
7
7
17 70 700 1021
8 18 80 800 1024
9 19 90 900 1027

to

  1. twee

to m / o

  1. materiaal, stof
    «Det er en bukse med godt to i.»
    Het is een broek met een goede stof.
  2. eigenschap, natuur
    «Jenta har godt to i seg.»
    Het meisje heeft goede eigenschappen in zich.
m/o enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   to     m: toen
o: toet  
       
genitief   tos     m: toens
m: toets  
       


Telwoord (nno)
0
1
1
1
11 10 100 103
2 12 20 200 106
3 13 30 300 109
4 14 40 400 1012
5 15 50 500 1015
6 16 60 600 1018
7 17 70 700 1021
8 18 80 800 1024
9 19 90 900 1027
  • to
  • (zelfstandige naamwoorden) afkomstig van het Oudnoorse woord .

to

  1. twee
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   to     toet     to     toa
bijvorm: toi  

to o

  1. materiaal, stof
    «Det er godt to i kleda.»
    De kleren hebben een goede stof.
  2. eigenschap, natuur
    «Ho har godt to i seg.»
    Ze heeft goede eigenschappen in zich.
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   to     toa
bijvorm: toi  
  tør     tørne  

to v

  1. grasvlakje


  • Afgeleid van het Middelnederduitse to

to

  1. naar (in de richtig van)


  • Afgeleid van het Proto-Germaanse *tō

to

  1. naar


  • to
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *to

to

  1. dat; nominatief onzijdig enkelvoud van ten
  2. dat; accusatief onzijdig enkelvoud van ten


  • to
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *to

to

  1. dat; nominatief onzijdig enkelvoud van ten
  2. dat; accusatief onzijdig enkelvoud van ten


  • to
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *to

to

  1. dat; nominatief onzijdig enkelvoud van ten
  2. dat; accusatief onzijdig enkelvoud van ten
    «Podej mi to pero.»
    Geef mij die pen aan.
  • Oude schrijfwijze: toť

to

  1. daarentegen; daarmee in tegenspraak
    «Petra jsem v bazénu už dávno nepotkal. To Adam, ten je opravdový sportovec – chodí plavat denně.»
    Peter ben ik in het zwembad al lang niet meer tegengekomen. Adam daarentegen is een echte sporter – hij zwemt iedere dag.


to

  1. groot, omvangrijk
  2. groot, belangrijk


  • Afgeleid van het Middelnederduitse to

to

  1. (Münsterlands) naar (in de richtig van)