thu

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord thu. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord thu, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je thu in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord thu is hier. De definitie van het woord thu zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanthu, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Duits

Woordafbreking
  • thu

Werkwoord

thu

  1. verouderde spelling of vorm van tu tot 1901
(verouderd) vervoegde vorm van thun
Schrijfwijzen


Middelengels

Woordafbreking
  • thu
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Angelsaksische þū

Persoonlijk voornaamwoord

thu

  1. jij, je; 2e persoon nominatief enkelvoud
Schrijfwijzen
Overerving en ontlening


Middelnederduits

Woordafbreking
  • thu
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Oudsaksische thū

Persoonlijk voornaamwoord

thu

  1. jij, je; 2e persoon enkelvoud
Schrijfwijzen
Overerving en ontlening


Oudfries

Uitspraak
Woordafbreking
  • thu
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Germaanse *þū, via het Proto-West-Germaanse *þū

Persoonlijk voornaamwoord

thu

  1. jij, je; 2e persoon nominatief enkelvoud
Schrijfwijzen
Overerving en ontlening


Oudhoogduits

Woordafbreking
  • thu
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Germaanse *þū, via het Proto-West-Germaanse *þū

Persoonlijk voornaamwoord

thu

  1. jij, je; 2e persoon nominatief enkelvoud
Schrijfwijzen
Overerving en ontlening
Anagrammen


Oudnederlands

Woordafbreking
  • thu
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Germaanse *þū, via het Proto-West-Germaanse *þū

Persoonlijk voornaamwoord

thu

  1. jij, je; 2e persoon nominatief enkelvoud
Schrijfwijzen
Overerving en ontlening

Verwijzingen


Oudsaksisch

Woordafbreking
  • thu
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Germaanse *þū, via het Proto-West-Germaanse *þū

Persoonlijk voornaamwoord

thu

  1. jij, je; 2e persoon nominatief enkelvoud
Schrijfwijzen
Overerving en ontlening


Schots-Gaelisch

  enkelvoud meervoud
onbenadrukt benadrukt onbenadrukt benadrukt
1e persoon mi
mhi
mise
mhise
sinn sinne
2e persoon thu
tu
thusa
tusa
sibh sibhse
3e persoon
(mannelijk)
e esan iad iadsan
3e persoon
(vrouwelijk)
i ise

Persoonlijk voornaamwoord

thu

  1. (informeel) jij, je
    «Dè tha thu ag iarraidh ma-thà?»
    Wat wil je dan?
  2. jou, je
    «Chì mi a-rithist thu! »
    Tot ziens! (lett.: ik zal je weerzien)
Verwante begrippen
  • Na de voorwaardelijke wijs en enige werkwoorden treedt geen lenitie op: tu.
  • Benadrukte vorm: thusa.