Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
toe. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
toe, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
toe in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
toe is hier. De definitie van het woord
toe zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
toe, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
toe
- prepositioneel deel van een voornaamwoordelijk bijwoord.
- ertoe: hij behoort niet tot die groep ->hij behoort er niet toe.
- bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord
- bijv. toezeggen: ik zeg niets toe.
- tot ... toe met genitief van een werkwoord
- «... tot bloedens toe.»
- .. totdat men ging bloeden
- andere werkwoorden: berstens, rottens, huilens, brakens, bezwijkens, brekens, walgens, lachens, ziens, vindens, bloedens, vervelens, zwichtens, ontbindens, ontbrandens, ontploffens, wordens, stervens, verheugens, bedroevens, bedriegens, blauwwordens, verdrinkens, smorens, ziedens, overstromens, vergaans, vallens, stollens, verblindens, bezwijmens, verachtens, aanbiddens, verkolens, volgens, lijdens, juichens, dodens, luidens
toe
- dicht, gesloten
- Dat doet de deur dicht of toe
- Die staat ziet toe dat hij niet valle
mensen die alles denken te weten of kunnen, moeten zelf maar oppassen voor fouten en problemen
erg wild en rumoerig aan toe gaan
- Ergens met lood in de schoenen naar toe gaan
ergens verschrikkelijk tegen opzien
- Het gaat er Hoeks en Kabeljauws aan toe
- Iemand met een zoet ( of zacht) lijntje ergens toe brengen
- Iemand tot het hemd toe uitkleden
- Met opgestoken/opgestreken zeil naar iemand toe gaan
boos naar iemand toe gaan of boos bij iemand binnen komen
Een onbedoeld gevolg accepteren
als je het ergens niet mee eens bent, moet je het zeggen
toe
- aansporing
toe
- (Jiddisch-Hebreeuws) vijftien (alleen in onderstaande verbindingen)
99 % |
van de Nederlanders;
|
98 % |
van de Vlamingen.
|
toe
- toen
- «Sestig mense is gister uit die River Club ontruim toe die walle van die Liesbeekrivier in Observatory oorstroom het. »
- Zestig mensen zijn gisteren uit de River Club geëvacueerd, toen de kades van de Liesbeekrivier in Observatory overstroomden.
toe
- (anatomie) teen.
toe
- dicht
toe
- dicht
- «Dooch dien däör toe!»
- Doe dit deur dicht!
toe
- gemuteerde nominatief van doe.