ein

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord ein. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord ein, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je ein in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord ein is hier. De definitie van het woord ein zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanein, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Duits

Uitspraak
  • IPA: /ʔaɪ̯n/

Lidwoord

ein

  1.  een lw 

Hoofdtelwoord

ein

  1.  een ht 
Opmerkingen
  • Net als in het Nederlands wordt het verschil met het lidwoord "ein" aangegeven door beklemtoning.
  • Bij het tellen wordt de vorm "eins" gebruikt.
Verbuiging


Limburgs

Telwoord (lim)
0
1 11 10 100 103
2 12 20 200 106
3 13 30 300 109
4 14 40 400 1012
5 15 50 500 1015
6 16 60 600 1018
7 17 70 700 1021
8 18 80 800 1024
9 19 90 900 1027
Uitspraak
  • IPA:
    • (Etsbergs): ɪn/
    • (Maastrichts): /ɛːn/

Hoofdtelwoord

ein

  1. één
Afgeleide begrippen

Lidwoord

ein

  1. een; vrouwelijk onbepaald lidwoord in de nominatief, datief en accusatief.
Verbuiging

Zelfstandig naamwoord

ein v

  1. één
Verbuiging



Nedersaksisch

Hoofdtelwoord

ein

  1. een, één; het kleinste hele getal, in Arabische cijfers 1, in Romeinse cijfers I
Schrijfwijzen

Lidwoord

ein

  1. een, 'n; een onbepaald lidwoord
Schrijfwijzen


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • ein
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord einn

Bijwoord

ein

  1. circa, ongeveer
Telwoord (nno)
0
1
1
1
11 10 100 103
2 12 20 200 106
3 13 30 300 109
4 14 40 400 1012
5 15 50 500 1015
6 16 60 600 1018
7 17 70 700 1021
8 18 80 800 1024
9 19 90 900 1027

Hoofdtelwoord

ein (voor woorden met mannelijk of vrouwelijk geslacht)

  1. één
Verwante begrippen
  • ei (voor woorden met vrouwelijk geslacht)
  • eitt (voor woordne met onzijdig geslacht)
  • fyrste
  • første

Lidwoord

ein (voor woorden met mannelijk of vrouwelijk geslacht)

  1. een
Verwante begrippen
  • ei (voor woorden met vrouwelijk geslacht)
  • eit (voor woordne met onzijdig geslacht)

Onbepaald voornaamwoord

ein

  1. (een) iemand
Verwante begrippen
  • ei (voor woorden met vrouwelijk geslacht)
  • eit (voor woordne met onzijdig geslacht)
  • eitt (voor woordne met onzijdig geslacht)