ach

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord ach. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord ach, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je ach in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord ach is hier. De definitie van het woord ach zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanach, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ach
  • In de betekenis van ‘tussenwerpsel: uitroep van droefheid’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1265 [1]

ach

  1. drukt medelijden, verbazing, ontzetting of onsteltenis uit
    • Heeft hij echt kanker? Ach, nee toch! 
  2. drukt uit dat iets minder belangrijk is
    • Ach, dat heb je wel vaker met meisjes van deze leeftijd. 
  3. drukt boosheid uit
    • Ach! Hou nou eens eindelijk je grote mond dicht snotaap. 
97 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[2]


  • ach

ach

  1. tweede persoon enk beleefd accusatief van iart; u
  2. tweede persoon mv accusatief van iart / iartàndare / artàndare; jullie
  1. òich


Telwoord (lim)
0
1 11 10 100 103
2 12 20 200 106
3 13 30 300 109
4 14 40 400 1012
5 15 50 500 1015
6 16 60 600 1018
7 17 70 700 1021
8 18 80 800 1024
9 19 90 900 1027

ach

  1. (Hooglimburgs) acht.

ach v

  1. (Hooglimburgs) acht.


  • ach

ach

  1. ach, och; een uitdrukking van rouw of ongenoegen


ach

  1. acht


  • ach

ach

  1. ach, och; een uitdrukking van verschillende gevoelens (bewondering, leed, verbazing, verwarring, verzuchting en dergelijke)


  • ach

ach

  1. ach, och; een uitdrukking van verschillende gevoelens (bewondering, leed, verbazing, verwarring, verzuchting en dergelijke)