dorons eerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van dorer eerste persoon meervoud gebiedende wijs (impératif présent) van...
gewoon dat de Spelen door zullen gaan." ▸ Een reportage met springruiter Doron Kuipers en dressuuramazone Anne Meulendijks voorafgaand aan de Europese...
dora il, elle, on eut doré il, elle, on dorera il, elle, on aura doré nous dorons nous avons doré nous dorions nous avions doré nous dorâmes nous eûmes doré...