Gleed
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord Gleed. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord Gleed, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je Gleed in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord Gleed is hier. De definitie van het woord Gleed zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanGleed, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Gleed
| enkelvoud (onbepaald) |
enkelvoud (bepaald) |
meervoud (onbepaald) |
meervoud (bepaald) | |
|---|---|---|---|---|
| nominatief | en Gleed | es Gleed | - - - | - - - |
| datief | me Gleed | em Gleed | - - - | - - - |
| accusatief | en Gleed | es Gleed | - - - | - - - |
Gleed, o (geen meervoud, singulare tantum)
- (kleding) kledingstuk
- (figuurlijk), meestal (dichterlijk) het verschijningsbeeld van een jaargetijde, in het bijzonder van de herfst
- «Der Haerbscht mit seinem gehle Gleed is nau bei uns.»
- De herfst met zijn gele jurk is nu bij ons.
- «Der Haerbscht mit seinem gehle Gleed is nau bei uns.»
-
: Paula Abdul mit en rode Gleed
Paula Abdul met een rode jurk -
: Es gleed von em Haerbscht
De kleuren van de herfst
- Duits: : Kleidungstück, o
- Engels: : garment