Gläubigen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord Gläubigen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord Gläubigen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je Gläubigen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord Gläubigen is hier. De definitie van het woord Gläubigen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanGläubigen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • Gläu·bi·gen
Geslacht: m; verbuiging zonder bepaald lidwoord

Gläubigen

  1. genitief mannelijk enkelvoud van Gläubige

Gläubigen

  1. accusatief mannelijk enkelvoud van Gläubige

Gläubigen

  1. datief mannelijk meervoud van Gläubige
Geslacht: m; verbuiging met lidwoord: enkelvoud: der, meervoud: die

Gläubigen

  1. genitief bepaald mannelijk enkelvoud van Gläubige

Gläubigen

  1. datief bepaald mannelijk enkelvoud van Gläubige

Gläubigen

  1. accusatief bepaald mannelijk enkelvoud van Gläubige

Gläubigen

  1. bepaald mannelijk meervoud van Gläubige
Geslacht: m; verbuiging met onbepaald lidwoord: ein, kein e.a.

Gläubigen

  1. genitief onbepaald mannelijk enkelvoud van Gläubige

Gläubigen

  1. datief onbepaald mannelijk enkelvoud van Gläubige

Gläubigen

  1. accusatief onbepaald mannelijk enkelvoud van Gläubige

Gläubigen

  1. onbepaald mannelijk meervoud van Gläubige
Geslacht: v; verbuiging zonder lidwoord

Gläubigen

  1. datief vrouwelijk meervoud van Gläubige
Geslacht: v; verbuiging met lidwoord: die (enkelvoud en meervoud)

Gläubigen

  1. genitief bepaald vrouwelijk enkelvoud van Gläubige

Gläubigen

  1. datief bepaald vrouwelijk enkelvoud van Gläubige

Gläubigen

  1. bepaald vrouwelijk meervoud van Gläubige
Geslacht: v; verbuiging met onbepaald lidwoord: ein, kein e.a.

Gläubigen

  1. genitief onbepaald vrouwelijk enkelvoud van Gläubige

Gläubigen

  1. datief onbepaald vrouwelijk enkelvoud van Gläubige

Gläubigen

  1. accusatief onbepaald vrouwelijk enkelvoud van Gläubige

Gläubigen

  1. onbepaald vrouwelijk meervoud van Gläubige