Hann
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord Hann. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord Hann, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je Hann in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord Hann is hier. De definitie van het woord Hann zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanHann, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Hann
| + | enkelvoud (onbepaald) |
enkelvoud (bepaald) |
meervoud (onbepaald) |
meervoud (bepaald) |
|---|---|---|---|---|
| nominatief | en Hann | es Hann | Hanner | die Hanner |
| datief | me Hann | em Hann | Hanner | de Hanner |
| accusatief | en Hann | es Hann | Hanner | die Hanner |
: Hann, o
-
En Hann
De hersens (binnen de schedel, in het hoofd)
: Hann, o
- hoorn
- «Die Hannschlang, so es gsaat waar, hot en vergifdete Hann odder Schticher uff ihre Schwanz.»
- Van de hoornslang wordt gezegd dat hij een vergiftigde hoorn of stekel op zijn staart heeft.
- «Die Hannschlang, so es gsaat waar, hot en vergifdete Hann odder Schticher uff ihre Schwanz.»
-
En Hann
Een hoorn (van een koe)
