Heimwerker

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord Heimwerker. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord Heimwerker, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je Heimwerker in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord Heimwerker is hier. De definitie van het woord Heimwerker zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanHeimwerker, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


  • Heim·wer·ker
enkelvoud meervoud
nominatief der Heimwerker die Heimwerker
genitief des Heimwerkers der Heimwerker
datief den Heimwerker den Heimwerkern
accusatief den Heimwerker die Heimwerker

Heimwerker, m

  1. doe-het-zelver (mannelijke vorm)
    «Auch ungeübte Heimwerker können in wenigen Stunden ihre neue Badewanne selber einbauen.»
    Zelfs onervaren doe-het-zelers kunnen in een paar uur hun nieuwe bad zelf installeren.