Geluid: jank (hulp, bestand) jank jank eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van janken Ik jank. gebiedende wijs van janken Jank! (bij inversie)...
Geluid: janken (hulp, bestand) IPA: / ˈjɑŋkə(n) / (2 lettergrepen) (Noord-Nederland): /ˈjɑŋkə(n)/ (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈjɑŋkə(n)/ jan·ken...
Geluid: jankte (hulp, bestand) jank·te jankte enkelvoud verleden tijd van janken Ik jankte. Jij jankte. Hij, zij, het jankte. ...
Geluid: gejankt (hulp, bestand) ge·jankt vervoeging van janken: de stam met omvoegsel ge- -t gejankt voltooid deelwoord van janken...
tijd van janken Jij jankt. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van janken Hij jankt. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van janken Jankt! ...
Geluid: jankten (hulp, bestand) jank·ten jankten meervoud verleden tijd van janken Wij jankten. Jullie jankten. Zij jankten. ...
Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken? ga·ñir gañir onovergankelijk janken (van een hond) gañir in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op...
bestaat nog niet. Aanmaken? re·ga·ñir regañir onovergankelijk herhaaldelijk janken regañir in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real...