Geluid: jollen (hulp, bestand) jol·len jollen inergatief, (verouderd) een kreunend geluid maken De koeijen jolden en loeiden naar hare benomen kalveren...
Geluid: gejold (hulp, bestand) ge·jold vervoeging van jollen: de stam met omvoegsel ge- -d gejold voltooid deelwoord van jollen...
tijd van jollen Jij jolt. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van jollen Hij jolt. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van jollen Jolt! Geluid:...
Geluid: jolde (hulp, bestand) jol·de jolde enkelvoud verleden tijd van jollen Ik jolde. Jij jolde. Hij, zij, het jolde. ...
Geluid: jolden (hulp, bestand) jol·den jolden meervoud verleden tijd van jollen Wij jolden. Jullie jolden. Zij jolden. ...
ruotsiksi (taal) Zweeds «Törnroos on työskennellyt vuodesta 1977 Yleisradiolle, jolle hän on tehnyt radio- ja televisio-ohjelmia ruotsiksi.» Törnroos werkte sinds...
jol·len·de jollende verbogen vorm van jollend, het onvoltooid deelwoord van jollen Het woord 'jollende' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van...
tegenwoordige tijd van jollen Ik jol. gebiedende wijs van jollen Jol! (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van jollen Jol je? Het woord...
jollen zult jollen zal jollen zullen jollen zullen jollen zullen jollen voorwaardelijk (o.v.t.t.) zou jollen zou jollen zou(dt) jollen zoudt jollen zou...