Geluid: kniest (hulp, bestand) kniest kniest tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kniezen Jij kniest. derde persoon enkelvoud tegenwoordige...
kniesoor (hulp, bestand) knies·oor In de betekenis van ‘iem. die voortdurend kniest’ voor het eerst aangetroffen in 1849 de kniesoor v / m iemand die voortdurend...
zij, het wij, we jullie zij, ze tegenwoordig (o.t.t.) knies kniest kniest kniest kniest kniezen kniezen kniezen verleden (o.v.t.) kniesde kniesde kniesde...