Geluid: kring (hulp, bestand) IPA: / krɪŋ / (1 lettergreep) kring Voor het eerst aangetroffen in de betekenis van “ronde omgang of ring of omheining...
Geluid: kringen (hulp, bestand) krin·gen van kring; zie ook Middelnederlands cringen "zich draaien" de kringen mv meervoud van het zelfstandig naamwoord...
kringsgewijs (hulp, bestand) krings·ge·wijs Afgeleid van kring met het achtervoegsel -gewijs en met het invoegsel -s- kringsgewijs als een kring De kringsgewijs opgestelde...
Geluid: kringsgewijze (hulp, bestand) krings·ge·wij·ze kringsgewijze verbogen vorm van de stellende trap van kringsgewijs...
Geluid: dampkringsluchtje (hulp, bestand) damp·krings·lucht·je het dampkringsluchtje o verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord dampkringslucht...
Geluid: dampkringsluchtjes (hulp, bestand) damp·krings·lucht·jes de dampkringsluchtjes mv verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord dampkringslucht...
kringvormig (hulp, bestand) kring·vor·mig afgeleid van kring met het achtervoegsel -vormig kringvormig vorm van een kring hebbend Bij een schimmelinfectie...
Geluid: dampkringsluchten (hulp, bestand) damp·krings·luch·ten de dampkringsluchten mv meervoud van het zelfstandig naamwoord dampkringslucht Het woord...
Geluid: kringde (hulp, bestand) kring·de kringde enkelvoud verleden tijd van kringen Ik kringde. Jij kringde. Hij, zij, het kringde. ...
tijd van kringen Jij kringt. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kringen Hij kringt. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van kringen Kringt...