Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
Levi. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
Levi, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
Levi in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
Levi is hier. De definitie van het woord
Levi zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
Levi, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Levi
- (Jiddisch-Hebreeuws) derde van de twaalf zonen van aartsvader Jakob-1; moeder is Lea-1; vader van Gerson, Kehat en Merari (o.a. Gen. 29:34; nr. 1-2: 99×, zie nr. 2)
- (Jiddisch-Hebreeuws) (lid van) de uit hem voortgekomen stam van Israël-2, zonder eigen gebied, met verschillende functies bij de tempel (o.a. Ex. 4:14, 32:26; nr. 1-2: 99×: Gen. 29:34 +, Ex. 1:2 +, Num. 1:49 +, Deut. 10:8 +, Joz. 13:14 +, Recht. 17:7 +, 1 Kon. 12:31, Ez. 40:46 +, Zach. 12:13, Mal. 2:4 +, Ps. 135:20, Ezr. 8:15 +, Neh. 10:40 +, 1 Kron. 2:1 +, 2 Kron. 20:14 +; Griekse vorm 3× in NT)
- (Jiddisch-Hebreeuws) meervoud daarvan: leden van de stam Levi met verschillende vooral niet-priesterlijke functies bij de tempel (254×: Ex. 6:25 +, Lev. 25:32 +, Num. 1:47 +, Deut. 17:9 +, Joz. 3:3 +, 1 Sam. 6:15, 2 Sam. 15:24, 1 Kon. 8:4, Jes. 66:21, Jer. 33:18 +, Ez. 43:19 +, Ezra 1:5 +, Neh. 3:17 +, 1 Kron. 6:33 +, 2 Kron. 5:4 +)
- (Jiddisch-Hebreeuws) tollenaar; andere naam: Matteüs (Marc. 2:14, Luc. 5:27, 5:29)
- (Jiddisch-Hebreeuws) mannelijke voornaam
- Hoofdlettergebruik: benaming persoon: Levi; benaming functie: levi