Makkabeeër

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord Makkabeeër. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord Makkabeeër, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je Makkabeeër in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord Makkabeeër is hier. De definitie van het woord Makkabeeër zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanMakkabeeër, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • Mak·ka·beeër, Mak·ka·bee·er
enkelvoud meervoud
naamwoord Makkabeeër Makkabeeërs
(Makkabeeën)
verkleinwoord - -

de Makkabeeërm

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) (geschiedenis) benaming voor Judas Makkabeüs en naderhand elk van zijn vier broers, die leiding gaven aan de Joodse opstand tegen de Seleuciden in de 2e eeuw v. Chr.
     Tijdens Pesach rekenden Mozes en God af met de Egyptenaren, tijdens Chanoeka sloeg Juda de Makkabeeër de Grieken in elkaar en op Onafhankelijkheidsdag leverden we dapper strijd en verkregen we onze staat. Op Grote Verzoendag zijn we daarentegen geen Makkabeeërs en geen volk meer, maar een verzameling individuen die in de spiegel kijken, zich schamen voor het beschamende dat ze op hun kerfstok hebben en waar mogelijk vergeving vragen.[2]
  1. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
  2. Bronlink geraadpleegd op 5 november 2021 Weblink bron
    Etgar Keret
    “Vergiffenis vragen op mijn lievelingsfeestdag” (3 oktober 2014) op nrc.nl op Wikipedia