Parijs

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord Parijs. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord Parijs, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je Parijs in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord Parijs is hier. De definitie van het woord Parijs zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanParijs, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
demoniem
inwoner Parijzenaar
vrouwelijke inwoner Parijse (Parisienne)
bijvoeglijk Parijs
  • Pa·rijs
enkelvoud bezitsvorm meervoud
naamwoord Parijs Parijs' -
verkleinwoord - - -

Parijs o

  1. (toponiem) de hoofdstad van Frankrijk
    • Ik ga graag naar Parijs op vakantie. 
     Ze voelde haar mond opengaan, maar haar vader was haar voor, 'We moeten ermee naar Parijs,' zei Harold.
     Frankrijk en de Europese Unie willen op grote schaal wetenschappers uit het buitenland, en met name uit de Verenigde Staten, aantrekken. Daarvoor stellen ze samen 600 miljoen euro beschikbaar. President Macron en Commissievoorzitter Von der Leyen maakten dat in Parijs bekend op een internationaal congres over wetenschappelijk onderzoek, 'Choose Europe for Science'.
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen Parijs Parijser Parijst
verbogen Parijse Parijsere Parijste
partitief Parijs Parijsers -

Parijs

  1. (demoniem) gerelateerd aan of afkomstig uit Parijs
  1. Jessie Burton vert. Marja Borg
    “De muze” (2017), Luitingh-Sijthoff op Wikipedia, ISBN 9789024574704
  2. Bronlink geraadpleegd op 6 mei 2025 Weblink bron
    Frank Renout
    “Europa: 600 miljoen euro om Amerikaanse wetenschappers aan te trekken” (5 mei 2025), NOS