10 Resultaten gevonden voor "Pico".

pico

pico eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van picar pico eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van picarse...


piĉo

IPA: /ˈpitʃo/ piĉo (vulgair) kut...


picó

picó derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito indefinido) van picar picó derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito indefinido) van picarse...


pico-ohm

Geluid:  pico-ohm    (hulp, bestand) pi·co-ohm afgeleid van ohm met het voorvoegsel pico- van het Italiaanse “piccolo” (klein) pico-ohm m en o (natuurkunde)...


pico-ohms

Geluid:  pico-ohms    (hulp, bestand) pi·co-ohms de pico-ohms mv meervoud van het zelfstandig naamwoord pico-ohm...


pico-ohmpjes

Geluid:  pico-ohmpjes    (hulp, bestand) pi·co-ohm·pjes de pico-ohmpjes mv verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord pico-ohm...


pico-ohmpje

Geluid:  pico-ohmpje    (hulp, bestand) pi·co-ohm·pje het pico-ohmpje o verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord pico-ohm...


pico-

Geluid:  pico-    (hulp, bestand) IPA: /ˈpi.ko/ pi·co- Afgeleid van het Italiaanse piccolo (klein). pico- (natuurkunde) de factor 10−12, weergegeven met...


pico bello

"pico"; in de betekenis "piekfijn" aangetroffen vanaf 1943 pico bello keurig netjes, onberispelijk verzorgd ▸ De groenten hoeven er niet meer pico bello...


(ohm) met het voorvoegsel “p” (pico-) van het Italiaanse “piccolo” (klein) pΩ (natuurkunde), (eenheid) het symbool voor pico-ohm, een eenheid voor elektrische...