10 Resultaten gevonden voor "Pieke".

piek

Geluid:  piek    (hulp, bestand) IPA: /pik/ piek [A] Leenwoord uit Frans pic “puntig voorwerp”, “hoogtepunt”, in de betekenis van ‘bergtop’ voor het eerst...


pieken

Geluid:  pieken    (hulp, bestand) pie·ken pieken inergatief, (sport) uitzonderlijk goed presteren Hij is echt aan het pieken, iedereen verwacht nu een...


piekte

Geluid:  piekte    (hulp, bestand) piek·te piekte enkelvoud verleden tijd van pieken Ik piekte.  Jij piekte.  Hij, zij, het piekte.  Het woord piekte...


piekt

tijd van pieken Jij piekt.  derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pieken Hij piekt.  (verouderd) gebiedende wijs meervoud van pieken Piekt!  Het...


gepiekt

 gepiekt    (hulp, bestand) ge·piekt vervoeging van pieken: de stam met omvoegsel ge- -t gepiekt voltooid deelwoord van pieken Het woord gepiekt staat in de Woordenlijst...


pike

Angelsaksisch  pīc   "puntig voorwerp, pikhouweel"; cognaat met piek pike scherpe punt (militair) piek, lange staaf met een scherpe punt, gebruikt door infanteristen...


piekten

Geluid:  piekten    (hulp, bestand) piek·ten piekten meervoud verleden tijd van pieken Wij piekten.  Jullie piekten.  Zij piekten.  Het woord piekten staat...


sterftepiek

Geluid:  sterftepiek    (hulp, bestand) sterf·te·piek Samenstelling van sterfte en piek de sterftepiek v / m (medisch) een kortstondige sterke toename...


jeukpiek

Geluid:  jeukpiek    (hulp, bestand) jeuk·piek Samenstelling van jeuk en piek de jeukpiek v / m het moment in een periode wanneer men de meeste jeuk heeft...


bergpiek

(Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈbɛrxpik/ berg·piek samenstelling van  berg  en  piek  de bergpiek v / m de piek van een berg ▸ Ondertussen was de herfst in...