Geluid: ploeger (hulp, bestand) ploe·ger Naamwoord van handeling van ploegen met het achtervoegsel -er de ploeger m (landbouw) (beroep) iemand die...
Geluid: ploegers (hulp, bestand) ploe·gers de ploegers mv meervoud van het zelfstandig naamwoord ploeger Het woord ploegers staat in de Woordenlijst...
Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie. citaat door Ploeger, T. "Brieven uit den polder. XII Ploeger levert een dosis 'Volks' idioom" in: Schager Courant...
verkorting van het Hebreeuwse Bartolomeus met als betekenis "zoon van ploeger". Barta, Barth, Bartha, Bartho, Bartje, Bartke, Bert, Berta, Berte, Bertel...
met stierendressuur. Verder allerlei vormen van koegebruik: als trekker, ploeger, dorser, rij- en lastdier en, bij het Perzische waterrad, als aandrijver...