Geluid: pranger (hulp, bestand) pran·ger afgeleid van prangen met het achtervoegsel -er de pranger m prangijzer, klemhaak, bankschroef, klemschroef...
Geluid: prangers (hulp, bestand) pran·gers de prangers mv meervoud van het zelfstandig naamwoord pranger...
Geluid: prangertjes (hulp, bestand) pran·ger·tjes de prangertjes mv verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord pranger...
Geluid: prangertje (hulp, bestand) pran·ger·tje het prangertje o verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord pranger...
veel inspanning handelen [1] drukken [1] klemmen [1] knellen [2] zwoegen pranger Het woord prangen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse...
Afrikaans: skandpaal (af) Engels: pillory (en) Duits: Schandpfahl (de) m, Pranger (de) m Spaans: picota (es) v...