Geluid: priem (hulp, bestand) priem In de betekenis van ‘gebed’ voor het eerst aangetroffen in 1236 de priem m (gereedschap) handgreep met ronde,...
Geluid: priemen (hulp, bestand) prie·men de priemen mv meervoud van het zelfstandig naamwoord priem priemen overgankelijk met een priem steken, doorboren...
Geluid: gepriemd (hulp, bestand) ge·priemd vervoeging van priemen: de stam met omvoegsel ge- -d gepriemd voltooid deelwoord van priemen...
Geluid: priemde (hulp, bestand) priem·de priemde enkelvoud verleden tijd van priemen Ik priemde. Jij priemde. Hij, zij, het priemde. ...
tijd van priemen Jij priemt. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van priemen Hij priemt. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van priemen Priemt...
Geluid: priemden (hulp, bestand) priem·den priemden meervoud verleden tijd van priemen Wij priemden. Jullie priemden. Zij priemden. ...
priemvormig (hulp, bestand) priem·vor·mig afgeleid van priem met het achtervoegsel -vormig priemvormig vorm van een priem hebbend Een smal, lijnvormig...
Geluid: gepriemde (hulp, bestand) ge·priem·de gepriemde verbogen vorm van gepriemd, voltooid deelwoord van priemen Het woord 'gepriemde' staat niet in...
Geluid: priempjes (hulp, bestand) priem·pjes de priempjes mv verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord priem...
Geluid: naaipriem (hulp, bestand) naai·priem samenstelling van naai ww en priem de naaipriem m (gereedschap) handgreep voorzien van een naainaald...