Geluid: schilde (hulp, bestand) schil·de schilde enkelvoud verleden tijd van schillen Ik schilde. Jij schilde. Hij, zij, het schilde. Zie Wikipedia...
schilde af (hulp, bestand) schil·de af schilde af enkelvoud verleden tijd van afschillen Ik schilde af. Jij schilde af. Hij, zij, het schilde af...
Geluid: schild (hulp, bestand) IPA: /sxɪlt/ schild In de betekenis van ‘verdedigingswapen, plaat’ voor het eerst aangetroffen in 1100 het schild o (militair)...
informatie. Geluid: Schild (hulp, bestand) Geluid: Schild (hulp, bestand) IPA: /ʃɪlt/ Schild Schild m, o schild Schild m, o (sterrenbeeld) Schild...
Geluid: schilden (hulp, bestand) IPA: /ˈsxɪldən/ schil·den schilden meervoud verleden tijd van schillen Wij schilden. Jullie schilden. Zij schilden. de schilden mv...
Geluid: schilden af (hulp, bestand) schil·den af uit schilden (werkwoord) en af, hiertussen kunnen nog andere woorden staan schilden (...) af meervoud...
schildvormig (hulp, bestand) schild·vor·mig afgeleid van schild met het achtervoegsel -vormig schildvormig vorm van een schild hebbend Een schildvormig blad...
Geluid: schildje (hulp, bestand) schild·je het schildje o verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord schild...
Geluid: schildjes (hulp, bestand) schild·jes de schildjes mv verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord schild...