10 Resultaten gevonden voor "Schook".

schok

Geluid:  schok    (hulp, bestand) IPA: /sxɔk/ schok In de betekenis van ‘telwoord:’ voor het eerst aangetroffen in 60 de schok m een plotsklapse en hevige...


schokken

Geluid:  schokken    (hulp, bestand) schok·ken In de betekenis van ‘stoten, schudden’ voor het eerst aangetroffen in 1562 schokken heftig bewegen De auto...


elektrische schok

Geluid:  elektrische schok    (hulp, bestand) elek·tri·sche schok elektrische schok (elektrotechniek) wat men voelt als een elektrische stroom een spier...


sacudir

sacudir schudden, schokken uitkloppen afkloppen, afschudden...


schokbestendig

 schokbestendig    (hulp, bestand) schok·be·sten·dig samenstelling van  schok  en  bestendig  schokbestendig bestand tegen schokken, schokvast schokbestendigheid...


schokte

Geluid:  schokte    (hulp, bestand) schok·te schokte enkelvoud verleden tijd van schokken Ik schokte.  Jij schokte.  Hij, zij, het schokte. ...


schoksgewijs

bestand) schoks·ge·wijs Afgeleid van schok met het achtervoegsel -gewijs en met het invoegsel -s-. schoksgewijs per schok, met schokken Een aardbeving...


schokt

van schokken Jij schokt.  derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schokken Hij schokt.  (verouderd) gebiedende wijs meervoud van schokken Schokt...


schokten

Geluid:  schokten    (hulp, bestand) schok·ten schokten meervoud verleden tijd van schokken Wij schokten.  Jullie schokten.  Zij schokten. ...


conmocionar

conmocionar overgankelijk ontroeren, schokken, beroering veroorzaken (medisch), een shock veroorzaken, een hersenschudding veroorzaken [1]. conmover, emocionar...