Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
Schuh. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
Schuh, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
Schuh in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
Schuh is hier. De definitie van het woord
Schuh zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
Schuh, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Afkomstig van het Middelhoogduitse schuoch zn , dat weer komt van het Oudhoogduitse scouh zn met Gotische en Indo-Europese wortels. Etymologisch verwant met het Nederlandse schoen zn en het Engelse shoe zn
Schuh, m
- (schoeisel) schoen
- «Nur sein linker Schuh glänzte frisch geputzt.»
- Alleen zijn linker schoen glansde pas schoongemaakt.
- Ontleend aan het Duitse woord Schuh zn
Schuh, m
- (kleding) schoen
- «Die Escheputtel kummt in es Schtubb. “Sei so gut un browier der Schuh”, saagt der Keenichsoh. Der Schuh basst ihr fehlerfrei.»
- Assepoester komt de kamer binnen. 'Wees zo goed en probeer de schoen', zegt de koningszoon. De schoen past precies.