Geluid: signeren (hulp, bestand) sig·ne·ren Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘tekenen’ voor het eerst aangetroffen in 1379 afgeleid van...
Geluid: signeer (hulp, bestand) sig·neer signeer eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van signeren Ik signeer. gebiedende wijs van signeren Signeer...
Geluid: signerend (hulp, bestand) sig·ne·rend signerend onvoltooid deelwoord van signeren...
Geluid: signerende (hulp, bestand) sig·ne·ren·de signerende verbogen vorm van signerend, het onvoltooid deelwoord van signeren Het woord 'signerende' staat...
persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van signer tweede persoon meervoud gebiedende wijs (impératif présent) van signer...
persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van signer eerste persoon meervoud gebiedende wijs (impératif présent) van signer...
persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (indicatif imparfait) van signer tweede persoon meervoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van signer...
persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van signer derde persoon meervoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van signer...
persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (indicatif imparfait) van signer eerste persoon meervoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van signer...