de smetten mv meervoud van het zelfstandig naamwoord smet smetten meervoud verleden tijd van smetten Wij smetten. Jullie smetten. Zij smetten. Het...
Geluid: smette (hulp, bestand) smet·te smette enkelvoud verleden tijd van smetten Ik smette. Jij smette. Hij, zij, het smette. ...
Geluid: smet (hulp, bestand) smet de smet v / m vlek schandvlek klad, mop lastersmet ontsmetten, smetachtig, smetbaan, smetgrot, smetplank, smetpoeder...
Geluid: smeet (hulp, bestand) smeet smeet enkelvoud verleden tijd van smijten Ik smeet. Jij smeet. Hij, zij, het smeet. Het woord smeet staat in...
Geluid: smeten (hulp, bestand) sme·ten smeten meervoud verleden tijd van smijten Wij smeten. Jullie smeten. Zij smeten. Het woord smeten staat in...
Geluid: smeet uit (hulp, bestand) smeet uit uit smeet (werkwoord) en uit, hiertussen kunnen nog andere woorden staan smeet (...) uit enkelvoud verleden...
Geluid: smeet in (hulp, bestand) smeet in uit smeet (werkwoord) en in, hiertussen kunnen nog andere woorden staan smeet (...) in enkelvoud verleden...
Geluid: smeet om (hulp, bestand) smeet om uit smeet (werkwoord) en om, hiertussen kunnen nog andere woorden staan smeet (...) om enkelvoud verleden...
Geluid: smeten om (hulp, bestand) sme·ten om uit smeten (werkwoord) en om, hiertussen kunnen nog andere woorden staan smeten (...) om meervoud verleden...
Geluid: smeten in (hulp, bestand) sme·ten in uit smeten (werkwoord) en in, hiertussen kunnen nog andere woorden staan smeten (...) in meervoud verleden...