Geluid: smiespelend (hulp, bestand) smies·pe·lend smiespelend onvoltooid deelwoord van smiespelen...
Geluid: gesmiespeld (hulp, bestand) ge·smies·peld vervoeging van smiespelen: de stam met omvoegsel ge- -d gesmiespeld voltooid deelwoord van smiespelen...
Geluid: smiespelde (hulp, bestand) smies·pel·de smiespelde enkelvoud verleden tijd van smiespelen Ik smiespelde. Jij smiespelde. Hij, zij, het smiespelde...
Geluid: smiespelden (hulp, bestand) smies·pel·den smiespelden meervoud verleden tijd van smiespelen Wij smiespelden. Jullie smiespelden. Zij smiespelden...
Geluid: smiespelende (hulp, bestand) smies·pe·len·de smiespelende verbogen vorm van smiespelend, het onvoltooid deelwoord van smiespelen Het woord...
Geluid: smiespel (hulp, bestand) smies·pel smiespel eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van smiespelen Ik smiespel. gebiedende wijs van smiespelen...
Geluid: smiespelt (hulp, bestand) smies·pelt smiespelt tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van smiespelen Jij smiespelt. derde persoon enkelvoud...
Geluid: smiespelen (hulp, bestand) smies·pe·len In de betekenis van ‘fluisteren’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1874 smiespelen inergatief...