onpersoonlijke verleden tijd van spijten speet enkelvoud tegenwoordige tijd van speten gebiedende wijs van speten de speet v / m stokje of pen waaraan men vis...
Geluid: speet aan (hulp, bestand) IPA: / ˈspet ˈan / (2 lettergrepen) speet aan uit speet (werkwoord) en aan (bijwoord), hiertussen kunnen nog andere...
speette (hulp, bestand) speet·te speette enkelvoud verleden tijd van speten Ik speette. Jij speette. Hij, zij, het speette. Het woord speette staat...
Geluid: speet af (hulp, bestand) IPA: / ˈspet ˈɑf / (2 lettergrepen) speet af uit speet (werkwoord) en af (bijwoord), hiertussen kunnen nog andere...
speetten (hulp, bestand) speet·ten speetten meervoud verleden tijd van speten Wij speetten. Jullie speetten. Zij speetten. Het woord speetten staat...
inspeten de speten mv meervoud van het zelfstandig naamwoord spit de speten mv meervoud van het zelfstandig naamwoord speet Het woord speten staat in de...
Geluid: speette aan (hulp, bestand) IPA: / ˈspetə ˈan / (3 lettergrepen) speet·te aan uit speette (werkwoord) en aan (bijwoord), hiertussen kunnen...
Geluid: speetten aan (hulp, bestand) IPA: / ˈspetə(n) ˈan / (3 lettergrepen) speet·ten aan uit speetten (werkwoord) en aan (bijwoord), hiertussen kunnen...
Geluid: spetten (hulp, bestand) IPA: /ˈspɛtə(n)/ spet·ten spetten ergatief in kleine druppeltjes neervallen of uit elkaar bewegen De regen spet op mijn...
Geluid: spette (hulp, bestand) spet·te spette enkelvoud verleden tijd van spetten Ik spette. Jij spette. Hij, zij, het spette. aanvoegende wijs...