aanbewijzen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord aanbewijzen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord aanbewijzen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je aanbewijzen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord aanbewijzen is hier. De definitie van het woord aanbewijzen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanaanbewijzen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·be·wij·zen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanbewijzen
bewees aan
aanbewezen
klasse 1 volledig

Werkwoord

aanbewijzen

  1. ditransitief (verouderd) als rechtmatig eigendom toewijzen
      Neen, gij kunt den man niet wederleggen, die in zijn zelfzucht volhoudt tot den einde toe; gij kunt niemand de zedelijkheid aanbewijzen, door redenering ze hem opdringen.
      Ende gaat hem naa, deeze zeltzaame zorghvuldigheit om niemant deelachtigh te laaten aan 't onheil, dat hem moghte beschóóren zijn: naamelijck, dat hy, des Saterdaaghs voor den Zondagh destemt tót de móórddaat, al zijn' schulden af betaald, ende alle kóópwaaren, die hy van andren onder zich had, den eigenaaren aanbewees.

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 31 januari 2024 Weblink bron
    C.W. Opzoomer
    “De godsdienst” (1864), J.H. Gebhard & Comp., Amsterdam, p. 126
  3. Bronlink geraadpleegd op 31 januari 2024 Weblink bron “Rampsaligheden der verheffinge van den Huize van Medicis”, 4e druk (1664), Arent van den Heuvel, Amsterdam, p. 22