Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
aankeek. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
aankeek, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
aankeek in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
aankeek is hier. De definitie van het woord
aankeek zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
aankeek, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
aankeek
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aankijken
- ... dat ik aankeek.
- ... dat jij aankeek.
- ... dat hij, zij, het aankeek.
- ▸ Chantal zag dat Heleen haar aankeek zonder haar daadwerkelijk te zien.[1]