aanloeren

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord aanloeren. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord aanloeren, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je aanloeren in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord aanloeren is hier. De definitie van het woord aanloeren zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanaanloeren, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • aan·loe·ren

aanloeren [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanloeren
loerde aan
aangeloerd
zwak -d volledig
  1. bespieden, bekijken
     Het feit dat je elkaar elke keer weer kunt verrassen met humor maakt dat je niet op elkaar uitgekeken raakt. Maar ook omdat we elkaar onze eigen dingen gunnen. Dan krijg je niet dat wat je soms ziet bij bands die jarenlang met elkaar toeren en elkaar in de kleedkamer vanuit een hoekje alleen nog maar een beetje aanloeren.[2]
48 % van de Nederlanders;
51 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be