aannam
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord aannam. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord aannam, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je aannam in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord aannam is hier. De definitie van het woord aannam zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanaannam, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- aan·nam
| vervoeging van |
|---|
| aannemen |
aannam
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aannemen
- ... dat ik aannam.
- ... dat jij aannam.
- ... dat hij, zij, het aannam.
- ... dat ik aannam.
- ▸ Maar de kokkinnen bij de bouw van de Spoorlijn Bergen waren anders dan Britta, zijn verhuurster en, naar hij aannam, de eigenaresse van het houten huisje aan de rivieroever.[1]
- Het woord aannam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus
, ISBN 9789044628142
