aannemen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord aannemen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord aannemen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je aannemen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord aannemen is hier. De definitie van het woord aannemen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanaannemen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • aan·ne·men
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aannemen
nam aan
aangenomen
klasse 4 volledig

aannemen

  1. overgankelijk overnemen
     List woonde vanaf haar zevende jaar, na omzwervingen in weeshuizen, bij Jaap en Marie List op Vlieland. Uiteindelijk nam ze ook hun achternaam aan. Tot haar achttiende verbleef ze op het Waddeneiland, om vervolgens haar geluk te beproeven in Amsterdam, waar ze tot aan haar overlijden op 78-jarige leeftijd woonde.[2]
  2. overgankelijk geloven , ervan uitgaan dat iets idd. zo is
    • Hij nam dat zonder meer aan. 
     Hij had het dus voor kennisgeving moeten aannemen.[3]
     Maar de kokkinnen bij de bouw van de Spoorlijn Bergen waren anders dan Britta, zijn verhuurster en, naar hij aannam, de eigenaresse van het houten huisje aan de rivieroever.[4]
  3. overgankelijk goedkeuren
    • Het voorstel is gisteren aangenomen door de raad. 
  4. overgankelijk adopteren
    • Het kinderloze gezin had 2 kinderen aangenomen. 
  5. overgankelijk, (economie) een karwei onder bepaalde gestelde voorwaarden op zich nemen
    • De aannemer neemt werk aan voor een bepaalde prijs en onder voorwaarde het op een bepaalde tijd af te hebben. 
  6. overgankelijk opnemen in bijv. een vereniging
    • De ballotagecommissie besliste dat hij werd aangenomen in de vereniging. 
  7. overgankelijk, (religie) (protestants) toelaten tot alle rechten van de Kerk
  8. overgankelijk, (economie) iemand in dienst nemen
    • Het bedrijf had net 40 nieuwe mensen aangenomen. 
  9. overgankelijk een veronderstelling maken
    • Als we aannemen dat de temperatuur constant blijft, kunnen we uitrekenen hoeveel er oplost. 
     Aannemend dat het hier de Turkse variant van ‘binnen’ betrof, opende hij de deur. Het kantoor had de afmetingen van een kippenhok.[3]
  • rouw aannemen
rouw dragen
  • goed van aannemen
gemakkelijk lerend
  • het is geen aangenomen werk
er is geen haast bij
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[5]
  1. aannemen op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink geraadpleegd op 24 juni 2022 Weblink bron “Voetpad op Vlieland vernoemd naar Liesbeth List” (24 juni 2022), NU.nl
  3. 3,0 3,1 All-inclusive” op Wikipedia (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht op Wikipedia, ISBN 90-229-9182-2
  4. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044628142
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be