aanrazeren

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord aanrazeren. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord aanrazeren, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je aanrazeren in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord aanrazeren is hier. De definitie van het woord aanrazeren zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanaanrazeren, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • aan·ra·ze·ren

aanrazeren

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanrazeren
razeerde aan
aangerazeerd
zwak -d volledig
  1. (bouwkunde) iets vol- of dichtmetselen
     Hun werk zal beoordeeld worden op het hakwerk, de voegen en het aanrazeren.[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 2 maart 2024 Weblink bron Geen vacantiesfeer in Ambachtsschool : Examen voor jonge bouwvakarbeiders in: Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant, jrg. 166 nr. 180 (5 augustus 1955), M. Tyl en Zoon H. Tyl, Zwolle, p. 7 kol. 5