aardappelhandelaar

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord aardappelhandelaar. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord aardappelhandelaar, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je aardappelhandelaar in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord aardappelhandelaar is hier. De definitie van het woord aardappelhandelaar zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanaardappelhandelaar, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • aard·ap·pel·han·de·laar
enkelvoud meervoud
naamwoord aardappelhandelaar aardappelhandelaren
verkleinwoord aardappelhandelaartje aardappelhandelaartjes

de aardappelhandelaarm

  1. (economie) (beroep) iemand die aardappels inkoopt van boeren en met winst verkoopt
     Toen de schuit leeg was trok het ’vrouwenvolk’ verder over de gracht en plunderde de pakhuizen en kelders van aardappelhandelaren. De politie kon niet verhinderen dat ze met schorten vol piepers naar huis togen.[1]
     Het doodlopende gedeelte van de Almeloseweg zou ook van klinkers worden voorzien. Met name tegen het leggen van klinkers kwamen kwamen aanwonende J. Teunis en aardappelhandelaar H. Abbink in het verweer. Abbink liet weten dat het leggen van klinkers een slechte keuze zou zijn, gezien de verkeersintensiteit: van en naar zijn bedrijf rijden op sommige dagen wel twintig wagens van veertig ton.[2]


  1. Bronlink geraadpleegd op 13 augustus 2022 Weblink bron
    MENZO WILLEMS
    “Pieperschaarste leidde begin juli 1917 tot bloedige Aardappeloproer” (05 jul. 2022), De Telegraaf
  2. Bronlink geraadpleegd op 13 augustus 2022 Weblink bron “Geen klinkers, maar asfalt op Almeloseweg” (24-06-2010), Tubantia