enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aardappel | aardappelen, aardappels |
verkleinwoord | aardappeltje | aardappeltjes |
de aardappel m
|
Een moeilijke of vervelende kwestie aan iemand anders overlaten
Bekakt praten
Urineren (door mannen)
Mensen met maar weinig intelligentie bereiken door puur geluk toch veel (~ het geluk is met de dommen)
Die heeft niet lang meer te leven
Van wie toch al weinig heeft kan men niet veel vragen
Een vrouw kan men niet uitkiezen voor iemand anders
Iedereen heeft soms behoefte aan ontspanning
Hij heet al veel meegemaakt, hij heeft het grootste deel van zijn leven erop zitten
Er bleek, pips uitzien
Niets waard zijn
Terloops, tussen de bedrijven door
Zo lang mogelijk met iets blijven doorgaan
Zonder goed begin heeft iets geen kans van slagen
|
|
|
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |