Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
geluk. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
geluk, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
geluk in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
geluk is hier. De definitie van het woord
geluk zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
geluk, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
het geluk o
- prettige loop van de omstandigheden
- prettige gemoedstoestand waarin men tevreden is met zichzelf en met de omgeving
- Het geluk is met de dommen
Mensen die dom en/of onhandig zijn, hebben zoveel geluk dat ze het er toch goed vanaf brengen (ofwel: je hebt eigenlijk meer aan puur geluk dan aan gezond verstand)
- Ongeluk in het spel, geluk in de liefde
Wie pech heeft in iets onbelangrijks kan geluk hebben bij iets belangrijkers
- Zijn geluk niet op kunnen
Maximaal blij zijn
- • Ik liep op een tapijt van kleine witte en roze bloemen en kon mijn geluk niet op. [3]
1. prettige loop van de omstandigheden
geluk
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gelukken
- gebiedende wijs van gelukken
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gelukken
100 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[4]
|