accoucher

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord accoucher. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord accoucher, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je accoucher in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord accoucher is hier. De definitie van het woord accoucher zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanaccoucher, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


  • Afgeleid van coucher met het voorvoegsel a- (uit ouder *ad-, Latijn ad).
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
accoucher
accouchais
accouché
eerste groep volledig

accoucher

  1. bevallen
  2. (spreektaal) voor de draad komen (met)
    «Eh bien, elle vient ton histoire? Accouche
    En, komt je verhaal nog? Voor de draad ermee! [1]