achoche aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van achocharse aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige...
achochen aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van achocharse gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige...
ella, usted se achoche él, ella, usted se achochara se achochase él, ella, usted se achochare él, ella, usted achóchese no se achoche nosotros, nosotras...