adresseren

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord adresseren. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord adresseren, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je adresseren in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord adresseren is hier. De definitie van het woord adresseren zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanadresseren, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • adres·se·ren
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘aan iem. richten’ voor het eerst aangetroffen in 1512 [1]
  • Afgeleid van het Franse adresser met het achtervoegsel -eren.[2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
adresseren
adresseerde
geadresseerd
zwak -d volledig

adresseren overgankelijk

  1. een adres ter verzending op een poststuk aanbrengen
    • De brief was verkeerd geadresseerd. 
     Ten slotte adresseerde ik de dozen aan mezelf, stuurde ze vooruit en zou ze de komende weken op verschillende plekken ophalen langs de trail.[3]
  2. (informatica) het adres in een computergeheugen benaderen voor het lezen of opslaan van gegevens
    • De 16-bit adresbus van de eerste generatie personal computers kon 65.536 geheugenlocaties adresseren. 
98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[4]