adverbium

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord adverbium. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord adverbium, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je adverbium in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord adverbium is hier. De definitie van het woord adverbium zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanadverbium, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ad·ver·bi·um
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘bijwoord’ voor het eerst aangetroffen in 1633
  • uit het Latijn
enkelvoud meervoud
naamwoord adverbium adverbia
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het adverbiumo

  1. (grammatica) een woord dat een bijvoeglijk naamwoord, een werkwoord, een telwoord of een ander bijwoord nader bepaalt
Synoniemen

Gangbaarheid

50 % van de Nederlanders;
62 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Latijn

Zelfstandig naamwoord

adverbium o

  1. (grammatica) bijwoord, adverbium


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • ad·ver·bi·um
Naar frequentie > 50000

Zelfstandig naamwoord

adverbium o

  1. (grammatica) bijwoord, adverbium
Verbuiging
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   adverbium     adverbiet     adverbier     adverbia
adverbiene  
genitief   adverbiums     adverbiets     adverbiers     adverbias
adverbienes  
Synoniemen


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /advɛrbɪjʊm/
Woordafbreking
  • ad·ver·bium
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn.

Zelfstandig naamwoord

adverbium o

  1. (grammatica) bijwoord, adverbium
Verbuiging
Synoniemen
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Meer informatie

Verwijzingen