Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
afgelast. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
afgelast, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
afgelast in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
afgelast is hier. De definitie van het woord
afgelast zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
afgelast, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
afgelast
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afgelasten
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afgelasten
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afgelasten
afgelast
- voltooid deelwoord van afgelasten
- vormt de voltooide tijden
- De organisatie heeft de wandeltocht vanwege de hitte afgelast.
- vormt de lijdende vorm
- De wedstrijd werd afgelast wegens slecht veld.
- ▸ En dit weekend is belangrijk voor ons, er worden al zo veel leuke dingen afgelast.[1]
- attributief gebruikt een evenement niet door laten gaan
- De afgelaste wedstrijd moet volgende week ingehaald worden.
- als naamwoordelijk deel van het gezegde gebruikt
- Wegens ziekte zijn haar officiële verplichtingen voor deze week afgelast.
afgelast
- voltooid deelwoord van aflassen
- vormt de voltooide tijden
- De lasser heeft de constructie afgelast.
- vormt de lijdende vorm
- De diverse staalconstructies worden lasklaar samengebouwd en afgelast.
- attributief gebruikt een voltooid laswerk
- Het afgelaste hek werd direct na het lassen groen gespoten.
- als naamwoordelijk deel van het gezegde gebruikt
- De romp van de boot is dubbelzijdig afgelast.
- ↑ Weblink bron
Charlotte Huisman
“Wie neemt er nog de trein op een stil Utrecht Centraal?” (13 maart 2020), de Volkskrant