Geluid: afhappen (hulp, bestand) af·hap·pen samenstelling van af bw en happen ww afhappen happen zodat er iets verdwijnt iemand iets ontnemen [1]:...
Geluid: afhappend (hulp, bestand) af·hap·pend afhappend onvoltooid deelwoord van afhappen Het woord afhappend staat in de Woordenlijst Nederlandse...
Geluid: afhappende (hulp, bestand) af·hap·pen·de afhappende verbogen vorm van afhappend, het onvoltooid deelwoord van afhappen Het woord afhappende staat...
vervoeging van afhappen: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van af bw en gehapt ww afgehapt voltooid deelwoord van afhappen Het woord afgehapt...
tijd van afhappen Ik hap af. gebiedende wijs van afhappen Hap af! (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhappen Hap je af...
van afhappen Jij hapt af. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhappen Hij hapt af. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afhappen Hapt...
tegenwoordige tijd van afhappen ... dat jij afhapt. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhappen ... dat hij afhapt. Het...
af·ge·hap·te afgehapte verbogen vorm van afgehapt, voltooid deelwoord van afhappen Het woord 'afgehapte' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van...
afhap (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhappen ... dat ik afhap. Het woord afhap staat in de Woordenlijst Nederlandse...
bestand) af·hap·te afhapte (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afhappen ... dat ik afhapte. ... dat jij afhapte. ... dat hij, zij, het afhapte...