afhollen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord afhollen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord afhollen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je afhollen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord afhollen is hier. De definitie van het woord afhollen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanafhollen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


  • af·hol·len

afhollen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afhollen
holde af
afgehold
zwak -d volledig
  1. overal naar toe rennen
     Leeft Mark Rutte nog? Temidden van de hoogoplopende consternatie over de mogelijk vertrekkende Balkenende, de splinternieuwe Job Cohen, de herboren Halsema, de stuntman Wilders en de studio’s afhollende Pechtold, is het opvallend stil rond de VVD-lijsttrekker.[2]
     Timothy Castagne mocht bij Atalanta de rechterflank op- en afhollen en voelde zich in zijn sas in die rol.[3]
  2. naar beneden rennen
53 % van de Nederlanders;
71 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron “Let op Rutte!” (07/04/2010), HP de Tijd
  3. Bronlink Weblink bron
    vtvn
    “Milan en Atalanta dollen met tegenstand, Anderlecht-doelwit mist, nederlaag voor Arsenal” (23/11/2017), De Standaard
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be